Vanillestokjes zijn eetbare vruchten van een variëteit van de vanille-orchidee, de grootste bloeiende plant ter wereld. Het is een tropische klimorchidee. Alhoewel er verschillende variëteiten voorkomen, worden slechts 2 soorten – Vanilla Planifolia & Vanilla Tahitensis – commercieel gebruikt.

Vanille groeit alleen in gebieden grenzend aan de evenaar en tussen de beide keerkringen. De meest geteelde variëteit, de Vanilla Planifolia, groeide traditioneel in het wild aan de Golf van Mexico, van Tampico tot het noordoosten van Zuid-Amerika en van Colima, Mexico tot Ecuador aan de Pacifische kant. Vanille groeide ook in het Caribisch gebied.

DE VROEGE GESCHIEDENIS - OLMECA & TOTONAC

De Olmeca bevolking aan de Golfkust van Mexico was waarschijnlijk de eerste om vanille te gebruiken als smaakstof in dranken. Voordien werd vanille gebruikt als geur in tempels en werden de bloemen van de orchidee in amuletten geplaatst om de drager van het amulet te beschermen tegen het ‘boze oog’. De Totonac bevolking aan de Golfkust van Mexico domesticeerde als eerste volk vanille. Domesticeren is, in mensentaal, het veranderen van een wilde plant in een bruikbaar landbouwgewas. Andere voorbeelden hiervan zijn bijvoorbeeld aardappels, granen en tomaten. Vanille was een heilig en zeer belangrijk onderdeel van hun cultuur en hun leven. Voor honderden jaren lang waren zij de bewaarders van dit speciale ingrediënt. Niemand buiten de regio wist zelfs dat het bestond.

1400 TOT 1500 - DE AZTEKEN

Omstreeks deze periode veroverden de Azteken het land van de Totonac bevolking en dwongen hen tot het brengen van regelmatige offergaves. Deze offergaves omvatten de vruchten van de Tlilxochitl, die we tegenwoordig kennen als vanille.

1520 - CORTÉS DE CONQUISTADOR

De Spaanse conquistador (veroveraar) Hernán Cortés zette in 1520 voet aan wal in de regio en Montezuma, de Azteekse keizer, begroette hem met een aanbod van chocolatl (xocolatl). Verbluft door deze gewaagde nieuwe smaak eiste Cortés de ingrediënten te kennen, nl. gemalen maïs, cacaobonen, honing en… vanillestokjes. Ondanks het warme onthaal, overwon Cortés toch de Azteken waarmee ze hun regeerperiode en hun controle over de vanille beëindigden.

1602 - VANILLE OP ZICHZELF

Cortés bracht de chocolatl mee naar Europa en gedurende vele jaren werd vanille uitsluitend gebruikt in chocoladedrank, een luxe die enkel de rijken zich konden veroorloven. In 1602 had Hugh Morgan, een apotheker in dienst van koningin Elizabeth I, het briljante idee om vanille als smaakstof op zichzelf te gaan gebruiken. Het was de eerste stap naar de populariteit die vanille vandaag de dag geniet.

1793 - SMOKKELEN NAAR RÉUNION

Rond 1793 werd een vanilleplant vanuit Mexico naar het Bourbon eiland Réunion gesmokkeld. Bijna 50 jaar na de aankomst op Réunion was de teelt en productie van vanille in Madagaskar erg moeilijk. De orchideeën ontwikkelden met succes prachtige bloesems, maar dit resulteerde nauwelijks in vruchtvorming. Zonder de Melipona-bij, de natuurlijke bestuiver van vanille in Mexico, werden de bloemen slechts sporadisch bestoven door lokale insecten.

1836 - EEN KLEINE BIJ LEIDDE TOT EEN BELANGRIJKE ONTDEKKING

Het was pas in 1836 dat Charles Morren, een Belgische botanicus, de link kon leggen tussen de Melipona-bij en de bestuiving van de vanille-orchidee.

1841 - DE UITVINDING VAN DE HANDBESTUIVING

In 1841 ontdekte Edmond Albius, een twaalfjarige slaaf op het eiland Réunion ten oosten van Madagaskar gelegen in de Indische Oceaan, een techniek om de vanillebloesems met de hand te bestuiven. Hij gebruikte een bamboestok om het dunne membraan dat het mannelijke orgaan (de helmknop) scheidde van het vrouwelijke orgaan (het stigma) op te tillen en drukte het stuifmeel tegen het stigma. De ontdekking van deze eenvoudige techniek had verstrekkende gevolgen. Dankzij Albius’ ontdekking kon vanille eindelijk met succes op grote schaal geteeld worden. Het betekende de uitbreiding van vanilleplantages over de gehele evenaar. Naarmate het aanbod groeide werd vanille toegankelijker voor alle mensen en was het niet langer een luxeproduct voor de rijken. Uiteindelijk werd vanille de meest voorkomende en populairste smaak ter wereld en tot vandaag is dit nog steeds het geval! Allemaal door een Belgische botanicus en een twaalfjarige slaaf…

TER AFRONDING

Tot het einde van de negentiende eeuw had Mexico het monopolie op het kweken van vanille, maar heden neemt Madagaskar het gros van de teelt voor zijn rekening. Andere landen die vanille telen of geteeld hebben zijn Costa Rica, Guatemala, Oeganda, Kenia, China, India, Indonesië, Papoea-Nieuw-Guinea, Tonga, Fiji, Tahiti, Hawaii, Comoren en andere eilanden in de Stille Oceaan. Dit valt weliswaar in het niets in vergelijking met het volume in Madagaskar en vele landen hebben al jaren geen actieve teelt meer.

Omdat vanille altijd waardevol is geweest, heeft het jammer genoeg ook een lange geschiedenis van diefstal en intriges. In Madagaskar was diefstal van de bonen, toen de prijs van de vanille recordhoogtes bereikte, een groot probleem. Kwekers merkten elke groene boon met spelden of messen. Deze sporen bleven zichtbaar na het uithardings- en droogproces en wanneer iemand vermoedde dat hun bonen werden gestolen, konden ze aan de hand van het unieke merkteken bepalen of deze al dan niet gestolen waren.

Bourbon vanille is genoemd naar het kleine eiland dat tegenwoordig Réunion heet, ten oosten van Madagaskar. In het begin van de negentiende eeuw, afgeschaft in 1848, stond Réunion bekend als ‘Île Bourbon’. Op zich zijn Bourbon vanille en Mexicaanse vanille hetzelfde, hoewel de bodem en het klimaat zeer subtiele smaakverschillen teweegbrengen. De Tahitiaanse vanilleplant (Vanilla Tahitensis) komt oorspronkelijk ook uit Mexico en is een kruising van de Vanilla Planifolia en de Vanilla Odorata. Genetische modificatie veranderde de smaak en geur en men beschouwt deze kruising nu als een op zichzelf staande variëteit.