Vanille is ’s werelds meest arbeidsintensieve landbouwgewas en naast saffraan de duurste specerij ter wereld. Het kan tot 3 jaar na het aanplanten duren vooraleer de eerste bloemen op de vanille-orchidee verschijnen.

De vanille-orchidee is een klimplant die tot wel 15 meter lang kan groeien met vingerdikke vlezige stengels. De bloemen aan de orchidee groeien in korte, schermvormige trossen en zijn lichtgroen tot geelgroen van kleur. Ze worden in Mexico, de inheemse habitat van vanille, bestoven door een bij - de ‘Melipona beecheii’ - en af en toe door kolibries. Aangezien deze natuurlijke bestuivers ontbreken in de teeltgebieden buiten Mexico, moet elke bloem met de hand worden bestoven. De bloeiperiode is slechts 24 uur waarna de bloem, indien niet bestoven, verwelkt en op de grond valt zonder vruchten te produceren.

De toevallige ontdekking van de handbestuiving door Edmond Albius, beschreven in de historie van de vanille, betekende de opkomst van vanilleplantages over de gehele evenaar. Wanneer de bestuiving succesvol is, ontwikkelt zich een vrucht in de vorm van een boon met een lengte tot wel 25 centimeter, gevuld met duizenden minuscule zwarte zaden. De vruchten, die op grote groene bonen lijken en botanisch gezien bessen zijn, moeten tot wel 9 maanden aan de plant blijven hangen. Wanneer de bonen worden geoogst, zijn zij echter nog steeds gedeeltelijk tot volledig groen en hebben geen aroma of geur. Ze ontwikkelen deze onderscheidende eigenschappen tijdens het lange uithardings- en droogproces.